zondag, april 25, 2010

Egypte: van Luxor tot Aswan met de boot

Zoals zovele anderen het al eeuwen voor ons gedaan hebben, besloten we om een stukje van Egypte te verkennen via aan cruise over de Nijl. We zouden starten in Luxor, naar Aswan varen en terug. Beide steden liggen in het zuiden van Egypte. Midden-Egypte wordt al een aantal jaren afgeraden aan toeristen omwille van gevaar voor aanslagen.

Onze eerste kennismaking met het land gebeurde echter al in de lucht. Vanuit het vliegtuig heb je een indrukwekken uitzicht op het woestijnlandschap: soms is het een grote zandkleurige vlakte waar heel af en toe een weg door slingert, soms is het heel erg rotsachtig en wanneer de Nijl in zicht komt, zien we 2 sterk afgebakende groene stroken langs de rivier die plots eindigen waar de woestijn weer begint.

De bus brengt ons naar het schip via wegen langs dewelke prachtige boegainvillea's bloeien. We zijn onder de indruk van het schip...dit is dan ook onze eerste cruise ooit. De ontvangst is alleszins heel hartelijk en onze kajuit is dik in orde. Vrij groot ook.














Het is pas middag, dus na het eten besluiten we meteen al de stad te verkennen en het museum te bezoeken, want dat staat niet op het programma van onze tour. Voor minder dan een euro rijden we met de koets door de stad en worden we gedropt aan het museum.














Het museum ziet er vanbinnen heel modern uit en de prachtige stukken worden ook heel mooi belicht, heel anders dan het Egyptisch museum in Caïro dat we later op onze reis zouden bezoeken. We mogen geen foto's trekken en dat zal zo blijken voor alle musea in Egypte, maar Fre slaagt er toch in van er een paar in 't geniep te nemen. We besluiten terug te stappen naar het schip langs de dijk, intussen is het toch al wat afgekoeld. Ons voornemen om rustig en ongestoord te wandelen verdwijnt al snel wanneer we worden aangeklampt door mannen die ons allemaal een ritje op hun feloeka willen aanbieden. Da's een bootrit. We bedanken telkens vriendelijk, maar ze blijven aandringen, vragen waarom we niet willen en zeggen dat het toch zo goedkoop is, dat we een prachtige zonsondergang zullen zien enzovoort. Maar die zien we al vanop de dijk:


















Tegen het einde van onze wandeling moeten we al bijna lopen om op tijd op het schip te zijn voor onze afspraak met de gids. Ik word zelf nog eens aangesproken door een Egyptenaar die me vraagt of ik 's avonds met hem geen 'thee wil gaan drinken'. Het begint me te dagen dat dit wel eens een vermoeiende reis zou kunnen worden, als we alle Egyptenaren zo moeten afpoeieren...
Na het avondbuffet trekken we nogmaals de stad in om wat foto's te maken van de belichte tempel van Luxor die we 's anderendaags zouden bezoeken (dat geeft echter niet zo goed). Op het plein aan de andere kant van de tempel is het heel druk: overal zitten gezinnen op bankjes of op het gras en lopen spelende kinderen. De mensen genieten duidelijk van de avond voor hun wekelijkse vrije dag (vrijdag).

's Anderendaags bezoeken we de tempel van Karnak en vervolgens die van Luxor, die beiden op de Oostelijke oever van de Nijl liggen.
De tempel van Karnak blijkt een enorme site te zijn. Volgens onze gids was dit het grootste religieuze bouwwerk ter wereld. We herinneren ons dat dit ook gezegd werd van de Ankor Wat tempel in Cambodja en het was moeilijk om de vergelijking zo op het zicht en uit onze herinnering te maken. Van de tempel van Karnak is eigenlijk een heel stuk verdwenen, namelijk een 3 km lange sfinksenbaan die tot de tempel van Luxor liep. Als je alles meerekent wat nu verdwenen is, dan zou het wel eens groter kunnen geweest zijn dan Ankor Wat.
Wij bezoeken het gedeelte dat gewijd was aan de god Amon.















In de tempel staat een rij van sfinxen met rammenkoppen, die ook aan de ingang te zien waren.














In 27 BC is er een grote aardbeving geweest die in heel het land schade aangericht heeft en heel wat tempels voor een groot stuk heeft verwoest.
Onderstaan standbeeld van XXX heeft het wel overleefd en is uit 1 stuk gemaakt uit albast. Wat ook nog bijzonder goed bewaard gebleven is (ook wel terug rechtgezet en gerestaureerd), is de hal met 134 enorme kolonnen die mooi in rijen verdeeld zijn en prachtig gebeeldhouwd zijn. Sommige hebben een diameter van 3m!


















Ons bezoek aan deze tempel eindigt bij een grote scarabee, teken van vruchtbaarheid, waar sommige mensen dan 7 keer of meer rondliepen, afhankelijk van hoeveel kinderen ze willen. Deze scarabee staat naast het heilige meer, waar priesters zich in wasten.
Vervolgens gaan we verder naar de tempel van Luxor, die ook gewijd was aan Amon en Moet. Voor de tempel stonden oorspronkelijk 2 obelisken, maar een van beide werd geschonken aan Frankrijk en die staat nu in Parijs. Daarop staat het verhaal van de heerschappij van Ramses II. In ruil kregen de Egyptenaren een klok, die echter al niet meer werkte bij aankomst. Die staat nu in Caïro.
In de tempel van Luxor staat ook een moskee van 700 jaar oud ingebouwd. Die werd eigenlijk voor een stuk op de tempel gebouwd, toen die nog bedolven lag onder het zand. De moskee wordt nog steeds gebruikt, maar de ingang ligt nu aan het plein waar we de avond voordien wandelden. Verder in de tempel is er trouwens ook een kerk, die 1600 jaar oud zou zijn volgens de gids. Daar is een gedeelte van gerestaureerd.
We keren terug naar het schip voor lunch en afvaart richting Edfoe, wat wel met vertraging gebeurt wegens motorpech. In de vroege avond komen we aan in Esna, waar we door een dam moeten. Daar blijft het schip wachten (waarschijnlijk op signaal om door te mogen) en stilletjesaan beginnen er meer schepen toe te stromen. Plaatselijke handelaren maken er gebruik van om via kleine bootjes hun handelswaren (sjaals en djalabija's) te verkopen: ze smijten die tot op het dek en hopen dan dat de mensen geld naar beneden zullen smijten.
's Avonds op de boot is het cocktailavond, maar dat moet toch wel met een korreltje zout, of in dit geval eerder een korrel suiker, genomen worden. De Egyptenaren, die bijna allemaal moslim zijn, drinken geen alcohol en kunnen dan ook helemaal geen cocktails maken. Alle cocktails bestonden uit een of andere grenadine geconbineerd met een Egyptysch brouwsel met alcohol dat absoluut niet te drinken was. Dan maar een biertje... We komen zo aan in Edfoe rond middernacht.

Op onze derde dag bezoeken we de tempel van Edfoe, waarvoor we eerst een busrit doen langs straten die relatief proper zijn en die ons een beeld geven van hoe de mensen daar leven.














De tempel van Edfoe is ronduit schitterend en enorm goed bewaard. Hij gewijd aan de god Horus, zoon van Isis en Osiris.





















































We keren terug naar het schip en varen verder naar Kom Ombo. Op de kade komen we er kinderen tegen met koopwaren die maar blijven aan ons hangen en ons aanspreken in het Duits. Ze worden snel weggejaagd door de toeristenpolitie, die werkelijk overal aanwezig is.


















Op zondagochtend nemen we het ontbijt op het dek. De chocoladen eitjes aan het buffet en de versieringen aan het dek herinneren ons aan dat het Paaszondag is. Tijdens de nacht zijn we helemaal tot in Aswan gevaren, en daar bezoeken we eerst de steengroeve met de Onafgewerkte Obelisk in graniet die 41m lang is en in 1 stuk vervaardigd is. Dit zou de grootste obelisk ooit geweest zijn en men weet niet welke koning de opdracht gaf om hem te maken.


Obelisken werden trouwens vervoerd over de Nijl naar de tempel waar ze moesten staan. Daar werden ze rechtgetrokken aan de hand van tijdelijke synthetische hellingen.












Na de steengroeve rijden we verder en nemen een bootje richting Philae tempel, die voordien op het eiland Philae stond, maar verplaatst werd omdat het eiland onder water zou komen te staan door de bouw van de eerste Aswan dam.














De tempel is gewijd aan de godin Isis, maar ook aan haar zoon Horus en Hathor. Dit is de eerste keer dat we beschadigingen zien aan de beeltenissen, aangebracht door de Kopten (een christelijke tak in Egypte). Hier zijn er specifiek vooral beschadigingen toegebracht aan de godin Isis. Hieronder zie je dat bij de ene beeltenis haar gezicht werd uitgehold en bij de andere een koptisch kruis over haar gezicht. De eerste beeltenis stelt Isis voor die borstvoeding heeft aan haar zoon Horus. Op andere beeltenissen zie je haar met Horus zittend op haar schoot. Dit doet enorm denken aan Maria en Jezus, en is waarschijnlijk ook de reden waarom de Kopten deze beeltenissen beschadigd hebben. Isis heeft allicht als inspiratie gediend voor het verhaal van de maagd Maria en daardoor hebben aanhangers van de Isiscultus zich dan bekeerd tot het katholicisme. Op de rechterfoto zien we trouwens een aanhangster van de Isiscultus.
Na het bezoek aan de tempel rijden we langs de oude dam om naar de nieuwe dam, de Nasserdam, te gaan. Deze dam heeft ervoor gezorgd dat het Nassermeer tot stand kwam en levert 60% van de elektriciteit in Egypte aan. De dam wordt zwaar bewaakt want Egypte zou overstromen mocht de dam breken. Langs de dam word ik aangesproken door jonge meisjes die allemaal heel kleurrijk gekleed zijn. Ze vragen me of ik met hen op de foto wil en ik poseer gewillig. Fre is net niet in de buurt dus ik heb er zelf geen foto van.














Het is heel warm in Aswan (over de 40°, maar het blijft nog relatief draaglijk door de droogte), we zitten dan ook bijna helemaal in het zuiden van het land, dat aan die kant grenst met Soedan. In de namiddag doen we dan ook een verfrissende uitstap naar de botanische tuin op Elephantine eiland. We varen er heen met een feloeka die er wat krakkemikkig uitziet. In de tuin zijn er veel moeders met hun kinderen en ik krijg opnieuw de vraag om op de foto te staan:



In de bomen zien we heel lawaaierige vogels, het zouden Ibissen zijn volgens een Egyptenaar die daar rondloopt.








We krijgen maar een uurtje in de botanische tuin en dan kruipen we weer in een feloeka en varen we langs het natuurgebied Kataract waar een hoge stroming is. We zijn op weg naar een Nubisch dorp. De Nubiërs zijn eigenlijk een volk binnen Egypte. Nubië lag vroeger helemaal ten zuiden van het land, maar door de komst van de dam en het Nassermeer zijn de Nubiërs moeten verhuizen en een groot gedeelte van hen woont nu rond Aswan. De Nubiërs hebben een eigen taal en zijn donkerder van huidskleur, groter en over het algemeen ook mooier dan de Egyptenaren (dat laatste is een persoonlijke vaststelling). Het Nubisch dorp dat we bezochten bleek absoluut niet groot te zijn, maar we mochten wel even een kijkje nemen in het huis van een dorpshoofd. Die bleek trouwens een paar levende babykrokodillen te hebben (als huisdier?) uit de Nijl.

Onderweg naar het dorp zagen we in de verte ook het mausoleum van Agha Khan.

De volgende dag zijn we bijzonder vroeg uit de vere (4u40) want een bezoek aan Abu Simbel staat op het programma. Daarvoor nemen we eerst het vliegtuig want Abu Simbel ligt helemaal aan de grens met Soedan. De tempels zijn ronduit adembenemend! Ze werden gebouwd door farao Ramses II ter ere van....zichzelf! En dan nog eentje voor zijn vrouw Nefertari, hoewel hij daar ook een paar beelden van zichzelf heeft uitgehouwen in de rots. De 2 tempels zijn dus uitgehouwen in een rots en stonden oorspronkelijk daar waar nu het Nassermeer is maar ze werden verhuisd. Niet alleen het uitzicht van de tempels is dus indrukwekkend, maar ook het hele verhaal achter de verhuis en de heropbouw van de tempels. Ze werden in grote stukken gezaagd en 200m verder tegen een kunstmatig aangelegde berg (waarin nog een reusachtige betonnen koelen is die alles onersteunt) heropgebouwd.

Jammer genoeg en zeer tot onze frustratie, mochten we binnen geen foto's nemen maar de binnenkant is dus ook prachtig. Bij het weggaan raken we nog aan de praat met een paar Nubiërs.

We zijn al terug op het schip tegen de middag en na de lunch vallen we in slaap om 4u later pas terug wakker te worden. 's Avonds besluiten we een toertje te doen in Aswan, met de koets. De koetsier vraagt on 200EGP maar Fre kan de prijs doen zakken tot 30EGP. Twintig minuten later zijn we vertrokken en rijden we langs de promenade, stoppen we aan de grote Moskee en rijden we verder langs de soek en dan langs steegjes in de achterbuurten. Er zijn ook hier enorm veel mensen op straat, veel bedrijvigheid.

Bij onze terugkomst horen we van de groepsleden dat ze bijna beduveld waren door zo'n koetsier. Die wilde hun geld ruilen voor vals geld. In onze gids stond daar ook iets over. Oppassen dus!

Die nacht en de volgende dag keert het schip terug noordwaarts. Uitslapen, luieren en lezen op het dek staan dus op het programma. Onderweg stoppen we wel even in Esna om er een tempel in het midden van het dorp te bezoeken. We moeten wel eerst door een lange soek met uitsluitend souvenirs. We lopen alle handelaars straal voorbij (te opdringerig) maar gaan dan toch even binnen bij een handelaar die een bordje met 'No Hassle' aan zijn winkel heeft hangen. Je moet goed gedrag toch belonen he :) Fre ziet er een tof beeldje van de god Men (die met de enorme fallus) en er volgt weer een kwartier van onderhandelen. Achteraf gezien hebben we er dan toch nog teveel voor betaald, hoewel de handelaar deed alsof hij er verlies aan gedaan had. Comedianten die Egyptenaren, niet te doen!

's Avonds is het djalabija avond. Een slimme zet van het schip om de toeristen plaatselijke kledij te laten kopen in het winkeltje van het schip. Er worden ook nog foto's getrokken en zo.

Onze laatste volle dag op het schip is dan aangebroken en we zijn terug in Luxor. We vertrekken om 6u30 om niet teveel in de hitte te zitten. We nemen weer de feloeka naar de Westoever, waar alle farao's begraven werden. Eerste stopplaats is de Vallei der koningen, waar we helemaal geen foto's mogen trekken, ook niet buiten. Nu ja, zo spectaculair ziet het er niet uit aan de buitenkant: hier en daar een gat in een rots of de grond. We bezoeken er 3 van de 62 graven. Meestal bestaan die uit een lange gang met nog wat kamers aan de zijkanten en op het einde. Ook heel indrukwekkend: de tekeningen op de muren zijn bijzonder goed bewaard gebleven en beelden, naast de farao's in kwestie, ook taferelen uit van het dagelijkse leven. Ze zijn zo slim geweest om glazen wanden voor de muren te plaatsen, zodat ze beter beschermd zijn tegen de toeristen. In andere tempels zagen we dat sommige toeristen zich niet geneerden om over de tekeningen te wrijven en dan zeggen "kijk eens hoe goed dat bewaard is". Aankomen mag, maar foto's niet :s
Maar soit, de graven dus. Die zijn nu leeg, uiteraard. Het jammere is dat er enorm veel gestolen is in de voorbije 2000 jaar. Het enige graf dat volledig intact bleek, is dat van Toetanchamon, omdat zijn graf eigenlijk onder dat van een andere farao lag, vandaar dat hij zo bekend is. Want voor de rest was hij niet zo'n bijzondere farao en is hij zelfs heel jong gestorven.
Volgende halte is de tempel van Hatsjepsoet, de enige vrouwelijke farao van het oude Egypte. De tempel ligt ook aan een rots en is onderverdeeld in terrassen, waarvan het hoogste overloopt in de rots. Hij is niet zo verfijnd als de andere tempels, maar de stijl met de terrassen hebben we alleszins nog niet gezien. Het heeft toch wel iets majestueus. Op de parking van deze tempel vond in 1997 een aanslag plaats die 62 mensen het leven kostte.

Na deze tempels gingen we richting Koninginnenvallei. Mannen en vrouwen werden dus in aparte valleien begraven. Een van de graven die we hier bezoeken heeft een bijzonder steile afdaling. De temperatuur stijgt en helemaal beneden is bijna geen zuurstof...niet voor claustrofoben dus! De grafwachter biedt iedereen een kartonnetje aan, om onszelf wat koelte toe te waaien, uiteraard tegen betaling (maar we moeten het wel teruggeven!).
En hiermee eindigde dus onze laatste dag en ook onze cruise. Ik kan deze formule wel aan iedereen aanraden. Het is een heel aangename manier om het land te verkennen.