zondag, april 13, 2014

IJsland: dag 11-14, het westen

De verkenning van het westen wordt een road trip. We verlaten onze guesthouse - de minst goede tot nu toe, met massa's oubollige paardendecoraties - en gaan richting westfjorden. We voorzien om enkel het zuiden ervan te doen, de volledige fjorden zijn half bereikbaar wegens een afgesloten route. Tijdens de dag maken we het fenomeen mee dat zo typisch is voor IJsland: het ene moment zitten we in de sneeuw en het andere moment rijden we door een zonnig groen landschap (het eerste groene gras dat we tegenkomen!). Maar de constante is toch wel water en nog eens water! De wegen in dit land liggen er overigens heel goed bij, nergens putten of scheuren te bespeuren op de geasfalteerde wegen. Zelfs de gravelwegen zijn ok met onze Suzuki. Onderweg liggen alweer prachtige landschappen te wachten achter elk hoekje en we passeren zelfs een scheepswrak. Andere dingen die we onderweg tegenkomen: een wrak van een US vliegtuig, boten in achtertuinen, verlaten containers, golfterreinen (66 in heel IJsland), schapen
en wegenwerken met imposante werktuigen, dat laatste tot groot plezier van Manten. Als onuitputtelijke bron van moppen zorgt hij trouwens voor entertainment in de auto. We geraken net niet in het meest westelijke punt van IJsland, en dus ook Europa, omdat we op tijd moeten zijn voor de ferry die ons door de Breidalfjordur zal brengen tot Stykkisholmur. De tocht duurt 2,5u; met de auto zou het een rit van 4u geweest zijn. Voor de eerste keer hebben we eerder die dag geen logement vastgelegd via onze gids of de Booking app (heel goeie app trouwens!) dus we boeken een kamer in het eerste (en enige) hotel dat we tegenkomen en gaan nadien op zoek naar een bar want het is intussen al na 21u. Ze hebben geen cafécultuur in IJsland, we drinken dan maar iets in een restaurant.
Op vrijdag plannen we om nog eens een goeie wandeltocht te doen op het Snaefell schiereiland maar dat is buiten het weer gerekend. Guur, nat, koud en wind...veel wind!
Op een bepaald moment waait het zo hard dat ik gewoon mijn autodeur niet open krijg! Het schiereiland heeft ook een gletsjer (Snaefelljokull) met vulkanische activiteit, maar door de mist kunnen we de berg niet zien. Enkel de besneeuwde lavavelden herinneren ons aan de vulkaan vlakbij. Het landschap heeft bij momenten iets onwezenlijks: sneeuw en mist geven de indruk dat je weldra het einde van de wereld zal bereiken. Tal van mooie wandelpaden lopen langs de kliffen en stranden van het schiereiland maar wij zien nougabollen en komen kletsnat terug van elke poging tot een wandeling. Het fototoestel van Manten heeft er zelfs door de nattigheid - hopelijk tijdelijk!- de brui aan gegeven. We drogen nu even op in een koffiehuis annex visitor centre in Hellnar. We eindigen onze dag dan maar in een B&B in Borgarnes, waar we zelf ons potje koken en dineren met uitzicht over...een fjord. Het fototoestel van Manten brengt de nacht door in een pot rijst, dat absorberend zou werken, en werkt gelukkig terug tegen de ochtend.
Zaterdag is Golden Circle dag, dat ligt min of meer op onze terugweg naar Reykjavik. Dat is de toeristische attractie die hier wat uitgebuit wordt, vooral voor toeristen die maar een paar dagen in het land zijn. De cirkel omvat Tingvellir: een openluchtparlement dat reeds in de tijd van de vikings werd gebruikt; Geisir en de Gulfoss waterval. Het is nogal een aanpassing voor ons om tussen een bende toeristen te lopen; wat moet dat niet zijn tijdens de zomermaanden! Tingvellir is niet veel soeps, maar Geisir is toch wel indrukwekkend: verschillende geisers spuiten om de x minuten een krachtige hete waterstraal naar boven, waarna ze weer verder pruttelen/borrelen/sudderen (we vinden het juiste werkwoord niet) tot de volgende uitbarsting.
De temperatuur bedraagt 80 tot 100 graden! Volgende stop is Gulfoss: mooie trappenwaterval met een deftig aangelegd pad ernaartoe. Einde van de dag in Reykjavik, waar we onze spullen eerst in de B&B afzetten en vervolgens de auto droppen. We vinden nadien een supergezellig koffiehuis - daarvan hebben ze er wel veel in het land - met boeken en drinken thee terwijl we de kunstboeken doorbladeren. We eindigen de dag en dus ook onze reis met een heerlijke maaltijd en een paar digestiefkes. Zondag vliegen we terug richting België, in prachtig weer dat ons toelaat nog een laatste blik te werpen op het woeste ijsland.


dinsdag, april 08, 2014

IJsland: dag 8-10, het noorden

We worden op zondag gewekt door een stralende zon! Deze guesthouse blijkt onze eerste plek te zijn waar we niet met onze kaart kunnen betalen (tot nu toe hebben we nog geen cash in handen gehad) dus dan maar in euros. De guesthouses hebben overigens een goedkoper tarief als je je eigen slaapzak meebrengt, dus die is al vaak van pas gekomen. Ze zijn er ook vaak op voorzien om grote groepen mensen te logeren - wat in het hoogseizoen hoogstwaarschijnlijk het geval is - maar wij hebben ze meestal bijna helemaal voor onszelf! Dankzij deze guesthouses kunnen we een blik werpen id huizen vd mensen en het valt me op dat het toch wel vaak rommelig is. In sommige afgelegen guesthouses zijn de eigenaars ook wat zonderling maar wel correct.
We rijden door naar onze volgende bestemming: de krachtigste waterval in Europa, de Detifoss! Een bende Japanners scheen hetzelfde idee te hebben - geen idee waar die ineens vandaan kwamen, ze kwamen daar ineens op de parking van de watervallen toe. Eerst een eindje door de sneeuw stappen naar Selfoss, het kleinere maar meer fotogenieke broertje van de Detifoss. Het is lastig stappen, de sneeuw is soms diep, maar het uitzicht is de moeite waard! We kunnen niet tot vlakbij de waterval komen, wat in de zomer wel zou kunnen. We gaan nog verder naar nog een derde noordelijker gelegen waterval over sneeuw een ruwe zwarte steen maar geraken niet tot daar.

Volgende stop: de streek rond Myvatn, aka het muggenmeer. Daar kijken we allebei erg naar uit omdat we daar enkele bijzondere natuurfenomenen zouden te zien krijgen volgens de gidsen: kokende modderpoelen en dampende naar zwavel riekende aarde. Onze curiositeit wordt beloond - de Japanners hebben we echter nog niet kunnen afschudden. De dampende heuvel is al van ver te zien aangezien de sneeuw er niet is op blijven liggen met die warmte. 
Het werkt als volgt: het water vd oppervlakte sijpelt de grond in en raakt de hete magma waardoor het als stoom weer naar boven komt, maar dan met een zwavelgeurtje erbij. De zwavel zorgt ook voor de groene kleur rond de gaten. We rijden verder naar de elektriciteitscentrale en leren dat 99% vd electriciteit wordt opgewekt via geothermische energie. We vragen ons af hoe goedkoop de energie hier wel niet moet zijn want hebben al gemerkt dat ze er wel kwistig mee zijn (ongebruikte hutten blijken verwarmd, hete jacuzzis in winterse temperaturen, deuren die blijven open staan). We doen nog een hele klim nadien maar zien enkel mist en niet de beloofde dampende kleipoelen. We vinden een guesthouse in Dimmuborgir, koken er ons potje en gaan nadien naar de natuurlijke warmwaterbaden van Jarobodin. De inkom is vrij prijzig en de wind is strak en koud maar het bad vind ik toch wel de moeite, zeker dat melkachtig water, dat op sommige plaatsen wel heet is (hotpots). Afgewisseld met tripjes naar het saunakot (waarvan het raampje open staat!!), is het geheel toch wel aangenaam en verkwikkend. De plaatselijke jeugd heeft er ook afgesproken en maakt veel plezier met de nodige drank erbij. T is hier wel maar flutjesbier...
Op maandag is het alweer zonnig en we ontbijten in de veranda van de guesthouse met een prachtig zicht op het Myvatn meer.
We eten er de plaatselijke specialiteit: gerookte beekridder (soort v forel) met het plaatselijk kruimelig brood. Eerste excursie is de wandeling van de dag ervoor opnieuw doen. Blijkbaar hadden we het verkeerde pad genomen - we hadden dat gemist door de mist. Opnieuw door de sneeuw maar deze keer zien we wel waar we coor gekomen zijn. Door de zwaveldampen vinden we een warme kleipoel en Manten waagt zich aan een plons -allez ja, pootjebaden- in het ondiepe warme melkwater. Volgende bestemming is Dimmuborgir met zijn grillige donkere rotsformaties die ook wel vergeleken worden met trollen. Het is voor ons slechts een tussenstop voor de beklimming van de Hverfjall krater. Dat kost toch wel enige moeite aangezien we voor de korte maar steile weg naar de rand van de krater kiezen. Hijgend en puffend kom ik boven en word er bijna weggeblazen door de krachtige wind maar het zicht op de krater en de omgeving is adembenemend! We gaan op t gemakske terug naar beneden - allez ja, met Manten voorop is het nooit op t gemakske - door de sneeuw en ik laat me gewoon praktisch en ietwat onelegant naaf beneden glijden op mijn derrière. Aangezien we toch al moegestapt zijn maar het slechts namiddag is, halen we ons leesboek  en nestelen we ons in het zonnetje met zicht op meer in een plaatselijk café-restaurant. Zalig! De chef van het restaurant blijkt een seizoensarbeider uit Bretagne te zijn en geeft ons nog een aantal tips voor de reis (met name: zeker de westfjorden doen!). Hij maakt ons vervolgens een overheerlijk stuk lamsvlees met lekker veel lookboter dat we doorspoelen met veel te dure wijn. Maar het heeft onwelvoeglijk goed gesmaakt! Nadien gauw nog de zonsondergang checken en dan terug naar het café voor een dessertje. Zeer geslaagde dag!
Dinsdag weer zon en de trip gaat verder naar Akureyri, de 2de grootste stad na Reykjavik. We wandelen er wat rond en gaan vervolgens richting skistation waar we de rest van de namiddag al skiënd doorbrengen.  De sneeuw ligt er enorm goed bij en de zestal pistes die we uitproberen zijn perfect. Met een ietwat zongebrand gezicht rijden we naar de eerste de beste tent waar we uitgehongerd een hamburger eten (ook een plaatselijke specialiteit) en vervolgens naar onze bijzonder sfeervol ingerichte guesthouse even buiten de stad. Er is een hot tub in de tuin met zicht op de fjord en ik blijf er een uurtje in weken, met een boekske. ZALIG!





Woensdag is museumdag, ondanks het mooie weer (allicht de laatste dag deze week). We bezoeken het imposante luchtvaartmuseum in Akureyri en rijden nadien verder noordwaarts, op de muziek van Jacques Brel nog wel, langs een zonovergoten baan met ditto bergen aan onze rechterkant. Eindhalte voor de middag is Siglufjordur. We lunchen aan het water, maken onszelf de bedenking dat we allicht nog nooit zo noordelijk geweest zijn en dat zonder jas aan! Volgende museum is het haringmuseum dat de hele historiek van de haringvangst vertelt, van 1911 tot eind de jaren '60. Haringvangst was in de periode de belangrijkste industrie, niet alleen voor de consumptie vd visjes zelf, maar ook voor de olie en de meel ervan. Enkele tienduizend tonnen per jaar werden in het begin van de 20ste eeuw gevangen. De tocht gaat verder rond het schiereiland en vervolgens het volgende schiereiland (veel uren in de auto vandaag). We eindigen de dag vrij laat op een verlaten stuk waar we zeehonden zouden moeten bespeuren, maar die zijn precies al gaan slapen. We zien daarentegen heel veel paarden, nog meer dan anders. De landschappen zijn alweer adembenemend met de afwisseling van zon, wolken, regenbuien en regenbogen. We stoppen quasi om elke bocht om een foto te nemen. We eindigen de dag in het westen en laatste stuk van onze reis.

zaterdag, april 05, 2014

IJsland! Dag 1-7: het zuiden en het oosten

Maleisië had mijn goesting naar de natuur aangewakkerd dus de volgende reisbestemming moest er wel eentje zijn met veel natuur. Het werd IJsland! Ik ben hier intussen al 5 dagen en zit op een rotske met uitzicht op de Lentifoss.
 
Het pad leidt verder naar de indrukwekkender Hengifoss maar ik moet verstek geven voor dat stuk wandeling wegens verrokken spier. Mijn reisgenoot, Manten, is dus alleen verder gegaan en zorgt voor foto's. Maar eerst... back to the start!

Aangekomen op maandag in Reykjavik bij betrekkelijk mooi weer. Ons hotel ligt aan de haven en onze verkenning start dan ook daar.

We zijn nu al onder de indruk van het landschap. Het stadje - want het is er wel klein, ook al is het de hoofdstad - bestaat uit gekleurde huizen. Het ene al wat deftiger/meer vervallen uitziend dan het andere, ook al zijn er IJslanders die beweren dat er geen armen of rijken zijn in het land. In het restaurant bestel ik de perfecte link tussen IJsland en Ganshoren: paardensteak! De kleine paardjes zijn namelijk typisch voor het land en paardensteak is typisch voor den beenhouwer achter mijnen hoek thuis. Ganshoren wint.
We kopen een paar kaarten: van het hele land, van de streek rond Landmannalaugar en van de streek rond Myvatn.
Op dinsdag gaan we de auto halen: een Suzuki Grand Vitara - in een land met veel gravelwegen gaan we niet te ecologisch doen wat de auto betreft. De autoverhuurder kijkt bedenkelijk wanneer we zeggen dat we heel de ringweg willen doen - die gaat heel het land rond - en verwittigt ons voor sneeuw in het noorden. We slaan proviand in bij de goedkope Bonus market, rijden wat verkeerd, halen onze bagage op en zijn dan eindelijk de piste in!
Al snel laten we de bewoonde wereld achter ons en komen we terecht in een wijds landschap van heuvels met gras dat nog niet lang genoeg zon heeft gezien om al groen te zijn, bergen met sneeuw en water, veel water. We wilden graag een grote wandeling maken van Landmannalaugar tot Torsmork maar de hutten onderweg blijken nog niet open, ook al is de sneeuw in de lager gelegen gebieden al gesmolten. We proberen dan maar Torsmork te benaderen met het idee om van daar naar Skogar te wandelen maar ook dat blijkt niet mogelijk. Dan maar naar Skogar en van daar een dagje trekken. We bezoeken onderweg onze eerste grote waterval, Seljalandsfoss, maar hebben er al heel wat kleintjes gezien onderweg. Watervallen met hopen hier in Ijsland, en veux-tu en voilà! In Skogar city - er wonen welgeteld 30 mensen - vinden we een guesthouse. Met een walm van alcohol en hartelijkheid worden we er verwelkomd door Sigga, journaliste en trotter op rust en gastvrouw des huizes. We mogen gebruik maken van haar keuken, wasmachine en jacuzzi...heel tof om in zo'n huiselijke sfeer terecht te komen! Manten maakt spaghetti en trakteert ons nadien op een trombone concertje. Sigga is verzot op het nummer Fly me to the moon en tegen dat Manten klaar is met haar verzoeknummer, is ze dan ook helemaal over the moon.

Skogar ligt vlakbij de Eyjafjallajokull en heeft veel geleden onder de uitbarsting ervan in 2010. Sigga vertelt dat alles zwart zag en dat ze nu nog steeds as binnen krijgt wanneer de wind niet mee zit. De noordelijker gelegen Hekla zou ook elk moment kunnen uitbarsten maar dat schijnt meer een lava- dan een asvulkaan te zijn. Sigga zegt dat er nu een vernuftig systeem bestaat waarbij men mensen die ter plekke zijn onmiddellijk kan waarschuwen per gsm wanneer er een uitbarsting dreigt aan te komen. Ze vertelt ook over de bankencrisis en hoe ook zij heel wat geld verloren is. De verantwoordelijken zitten in de cel en worden uitgespuwd door de bevolking. Daar kan men in België nog iets van leren!
Woensdagochtend vertrekken we vroeg te voet richting noorden, met de bedoeling tussen de Eyjafjallajokull en Myrdasjokull te geraken en terug, in totaal een 30km. 

 
Prachtige uitzichten onderweg met de ene foss na de andere. Het wordt een stevige klimweg en na een paar kilometers komen we in sneeuwlandschap terecht, maar we gaan verder, door de wind, door de regen... We halen onze eindbestemming jammer genoeg niet en na 5 uur stappen beslissen we toch maar rechtsomkeer te maken. Bij onze terugkeer naar de guesthouse, worden we verwelkomd met een tas thee en kunnen we nog een warme douche nemen. De stapschoenen bleken toch niet waterproof dus we moeten overschakelen naar ander, niet aangepast schoeisel voor de rest van de dag terwijl we onze bottinen met de autoverwarming trachten te drogen...met de nodige geurhinder tot gevolg!

We rijden door naar een guesthouse in Hali, dat in het teken staat van een bekende Ijslandse schrijver. Onderweg stoppen we nog langs Dyrholaey aan zee. Het zwarte strand en ditto rotsen, de woeste zee en de donkere wolken zorgen voor een dreigend landschap. De Trotter raadt ons een omwegje langs een gehucht aan - alsof er hier iets anders is dan gehuchten - met een mooi kerkje.
 Inderdaad, schattig kerkske, maar zoals Manten opmerkte: ze zijn hun kerken hier precies in de Ikea gaan halen want 't zijn allemaal dezelfde: wit met een rood dak erop. Onze route gaat verder langs de Vatnajokull, de grootste gletsjer van Europa met een opp van 8400km2! We rijden langs uitlopers van gletsjers die er in de schemer ook al indrukwekkend uitzien.
Donderdag beginnen we met een bezoek aan Jokulsarlon, een meer waarin brokken drijven van de Vatnajokull. Mooie kleuren, die nog meer geaccentueerd worden door een streepje zon. 
We beginnen aan de wandeltocht met de bedoeling tot aan de gletsjer zelf te komen maar dat blijkt wel heel ver en we zijn er niet op voorzien kwestie van drank en voedsel. Onderweg wel zeehonden en vogels gespot. Lunchen doen we id auto: boterhammen met geitenkaas en pindakaas.
De ruimte in de auto werd trouwens als volgt georganiseerd: de achterbank is Manten zijn kleerkast, de koffer die van mij. In de namiddag volgt nog een wandeling, Manten gaat zelfs tot vlak bij de gletsjer. Logement is in een typisch Ijslandse hut in the middle of nowhere ofte Stafafel.
Vrijdag staat een wandeling in de omgeving v Stafafel op het programma; op het eerste zicht makkelijk en niet te lang. We lopen echter wat verloren: was het nu aan deze splitsing van het riviertje rechtsaf of bij de volgende? Bij elke rivieroversteek haal ik mijn teva's boven en waad ik door het ijskoude water. We geraken tot op een plateau tussen 2 bergen waar het heel even heel stil is: geen regen en geen stromend water te horen. Zalig! Prachtig uitzicht ook alweer. Stenen van allerlei kleuren op de grond: van donker oranje tot appelblauwzeegroen. Maar daar is alweer het volgende beekske dat we over moeten en moeten blijven volgen. Dat beekske wordt een vrij lastig parcours en op de duur gaan we er gewoon helemaal met onze schoenen in; dat is veiliger. Na 7u quasi non stop wandelen komen we toe aan de auto en rijden alweer verder oostwaarts naar Egilstaddir. Vandaag doen we het rustig aan: slechts 1 (voor Manten 2) waterval bezocht, rond het meer gereden, van het landschap genoten en een paar uur gaan lezen/blog schrijven in een café in Seydisfjordur,waar de plaatselijke breiclub trouwens ook haar bijeenkomsten schijnt te houden. Het stadje is best wel pittoresk, met de gekleurde huizen rond de fjord. Nadien springen we nog even binnen bij een tentoonstelling vd plaatselijke kunstacademie. We rijden door mistbanken, door zonnige en besneeuwde heuvels naar onze laatste stopplaats voor vandaag: een guesthouse in Grimstaddir in het noorden met rondom ons 2 boerderijen en voor de rest enkel wijdse besneeuwde vlakte. De eigenaar van onze guesthouse wist ons te vertellen dat er tot 10 dagen geleden nog hevige sneeuwstormen waren.