Van het meest westelijke Europese (ei)land naar het meest oostelijke Aziatische (ei)land.
Toen onze celloleraar Stijn vorig jaar in juni aankondigde dat we met ons amateurensemble door Takumi Matsumoto waren uitgenodigd om deel te nemen aan het vijfde concert met duizend cellisten ter nagedachtenis van de slachtoffers van de aardbeving van 2011, heb ik amper getwijfeld om mee te gaan. En hier zijn we dan... na een 11 uur durende vlucht met BA (matig) en 2u slaap achter de kiezen.
Mijn reisgenoot deze keer is Ann, collega-cellist en tripplanner voor de gelegenheid. Zij heeft onze route en logementen tot in de puntjes voorbereid. Onze reis start in Tokyo, letterlijk betekenend oostelijke hoofdstad. Na het ophalen van onze JR pass (goed voor 14 dagen met de trein in Japan), gaan we richting Uemo park in het Noord-Oosten van de stad. In het park zijn een aantal musea (waaronder het nationaal museum van Japan) en de zoo en het is een verademing om zoveel groen te zien. We verblijven in Ryokan Katsutaro. Een ryokan kan je beschouwen als de lokale bed & breakfast (in dit geval wel zonder breakfast en bediening). In de kamers liggen tatami's waarop je niet met je schoenen mag komen, en je slaapt op een futon op de grond.
We dumpen onze valiezen en gaan meteen richting Asakusa naar de boeddhistische Senso-ji tempel. Maar voor we het tempelcomplex binnengaan, eten we onze eerste (spotgoedkope) sashimi! We wandelen nadien wat rond in de buurt en nemen de JR terug richting Uemo park. De jetlag slaat toe en noodgedwongen drinken we zo'n Monsterdrankje. Smaak: slecht. Effectiviteit: nihil wat mij betreft. Ik bezoek het nationaal museum dus een beetje in zombiemodus, maar dat neemt niet weg dat ik de fijne Japanse kunst weet te appreciëren. Houtwerk, ijzerwerk, laquéwerk, naaiwerk...allemaal tonen ze de Japanse toewijding voor mooie dingen aan. Vervolgens brengen we een bezoekje aan de zoo, waar grote panda's zouden te zien zijn. Ze liepen er zeer mak bij - net zoals alle andere dieren overigens. Wrang gevoel eigenlijk bij het zien van de opgesloten dieren.
's Avonds gaan we veel te duur gaan eten in een restaurant waarvan het gebouw dateert uit het Edo tijdperk (voormalige naam van Tokyo tot eind 19de eeuw). Om 19u30 vallen we als een blok in slaap op onze futon.
De eerste dingen die ons opvielen: massa's mensen (meer dan 13 miljoen in heel Tokyo), heel veel fietsers, veel groen en water, niet zo heel veel auto's en vooral veel hybride wagens, veel mensen met mondmaskers op (ook veel jonge), schoolkinderen allemaal in uniform. Op de eerste dag voelt Tokyo helemaal niet aan als een wereldstad, eerder verouderd.
Na een nacht nationale drashe (uitlopertje van de tyfoon Noul?) zijn we extreem vroeg wakker en gaan we in prachtig weer richting Westen. En passant naar de JR zien we mensen in het Uemo park al bezig met tai chi/ontspanning. We komen bovengronds - zoals de 3 miljoen dagelijkse pendelaars- in de hypermoderne wijk Shinjuku, waar de ene wolkenkrabber naast de andere staat, voornamelijk kantoorgebouwen. In één van die kantoorgebouwen kan je vanop de 45ste verdieping naar een panorama kijken over de stad en daarbuiten. Aan de lift word ik aangesproken door een schoolmeisje. Ze heeft een opdracht voor de Engelse les en we proberen wat te praten. Ik vertel haar over het concert in Sendai maar ze is niet op de hoogte. Zelf speelt ze trombone. Boven wacht ons een prachtig uitzicht maar de Fujiberg is jammer genoeg in de wolken gehuld. Van de wolkenkrabbers wandelen we verder door een chique expatwijk naar het Yoyogi park met het Meiji-jingu schrijn gebouwd ter nagedachtenis van een keizer. Het is gewijd aan de Japanse Shinto religie. Het park is de max, het heeft eigenlijk meer weg van een bos. Het tempelcomplex ademt rust uit, ideaal om op een bankje te verpozen en zelfs een dutje in het gras te doen. Nadien gaan we naar de drukke winkelbuurt Shibuya met het nog drukkere bekende kruispunt waarop iedereen ineens in alle richtingen mag oversteken. Massa's winkels gaande van gewone kledij tot Hello Kitty toestanden en Walt Disney-kousen (moet er iemand kousen van Frozen hebben?). In de loop van de namiddag passeren we nog een viool/cello wwinkel en we kunnen het uiteraard niet laten om even binnen te springen. Ook daar heeft men nog niet van het concert in Sendai gehoord.
We eindigen de namiddag terug in het noorden van de stad, waar ik absoluut het kerkhof van de Yanaka buurt wil zien. We logeren net aan de rand van die buurt en besluiten onderweg naar onze ryokan een eetgelegenheid te zoeken. Blijkt dat Yanaka eigenlijk een zeer pittoreske buurt is en de best bewaarde na de grote aardbeving en daaropvolgende branden van 1923 (100.000 doden) en de bombardementen van WOII. We botsen geheel toevallig op het tot nu toe culinaire hoogtepunt van onze reis. Een klein etablissement waar 8 man aan de toog kan zitten achter dewelke een jonge vrouw allerlei hapjes klaarmaakt en dit op een supergeorganiseerde manier. We vragen gewoon om een assortiment en worden zwaar verwend! (en nu stop ik met rijmen). Aan de toog zitten locals met wie we een gesprek proberen aan te knopen, wat niet evident is want kennis van het Engels is quasi onbestaand. Verzadigd en met weinig geld minder (17eur pp) wandelen we terug naar onze ryokan- we hebben meer dan 20km te voet afgelegd!
Laatste dag begint ook onder een stralende zon! Toch is er steeds een briesje die de warmte draaglijk maakt, het is ook niet zo vochtig als ik verwacht had. We nemen de metro naar de vismarkt in het zuiden van de stad en daar zien we allerlei beesten uit de zee die ik nooit eerder zag. Zoals het echte zeelieden betaamt zijn ook de Japanse vissers nogal aan de norse kant. Om 9u30 zijn ze trouwens al stilaan aan het opkramen. Verder zijn er ook winkeltjes waar thee verkocht wordt en bij deze is mijn voorraad bijgevuld. Onze dagtrip zet zich voort naar de Odaiba zone, een vreemde en zeer artificiële buurt. Bijkomend aan kantoorgebouwen, congrescentra en zeer brede lanen, vind je er ook een shoppingcenter waarin je je zou wanen in een oud Italiaans stadje onder een schemerhemel. We gaan er binnen omdat ik honger heb. Na de lunch bezoeken we het museum voor wetenschappen waar we onder andere zeer geslaagde androids zien, uitleg over duurzame energie, aardbevingen en de ruimte. Ik word er nogmaals aangesproken door een paar schoolmeisjes. Na het museum trekken we naar Ginza, te beschouwen als den Avenue Louise van Tokyo, maar dan in t kwadraat quoi. We lopen straal voorbij Louis Vuitton en Bulgari maar springen wel even binnen in dé Sony building. Nadien opnieuw richting Yanaka omdat we de buurt uitgebreider willen verkennen bij daglicht. We wandelen door de supersmalle straatjes langs dewelke talloze tempels te vinden zijn (meer dan 70). In een smal shoppingstraatje drinken we thee en kopen we nog toebehoren. We flaneren nog rond op zoek naar een eetgelegenheid, onderweg zeggend dat we nooit iets beters zullen vinden dan het restaurant van de dag ervoor, tot we plots om de hoek terug diezelfde tent vinden. We zijn dan toch maar naar binnen gegaan, hebben haar gezegd dat ze ons mocht verrassen en dat deed ze, weer nieuwe dingen geproefd en onwelvoeglijk goed gegeten!
Enkele dingen die ons opvielen:
- Japanners dragen (quasi) altijd kousen. Of vrouwen nu pumps, sandalen of van die typische flipflops met dikke zool dragen, altijd zullen ze kousen dragen, en daarom geen nylonkousen.
- Een beetje zoals in Singapore mag je niet overal op straat roken, er zijn speciaal voorziene rookzones. Wel zijn er, tot groot genoegen van Ann, heel wat bars en restaurants waar je binnen mag roken. Ook op de shinkansen (hogesnelheidstrein) zijn er rokerswagons.
- Er zijn niet veel vuilbakken te vinden maar uiteindelijk is dat niet zo verwonderlijk als je weet dat je niet mag drinken, eten, snuiten (!) of roken op straat. Wel vind je om elke hoek van de straat een openbaar toilet. Meer daarover in een volgende post.
- Mannen lopen er meestal zeer klassiek gekleed bij voor hun werk: zwart pak en wit of lichtblauw hemd.
- Openbaar vervoer is extreem goed georganiseerd: alles rijdt stipt (tenzij verhinderd door de occasionele aardbeving) en mensen wachten netjes in rij om op de wagon te stappen tot iedereen eruit is. Daar kunnen ze in Brussel nog iets van leren!
- Veel Chinese toeristen wat toch wel straf is gezien de jarenlange vertroebelde relaties
Bon, dat was het voor Tokyo. Volgende post gaat over Kyoto.