Yanna's reisblog
maandag, mei 25, 2015
Sendai: our heart put into the resonances of a thousand cellos
donderdag, mei 21, 2015
Japan: Takayama en Nara
Ik schrijf deze post op de trein tussen Takayama en Nagoya, waar we gaan overstappen naar Kyoto en dan verder naar Nara. Het is nog geen 7u wanneer onze trein vertrekt (het is hier trouwens al klaar om 4u30) en we rijden door prachtige berglandschappen. De voorbije 2 dagen spendeerden we dus in Takayama (yama betekent berg), voor veel toeristen een uitvalsbasis om te gaan klimmen in de Japanse Alpen. Wij hielden het, uit tijdsgebrek, bij een verkenning van de stad. De kern is vrij klein en extreem rustig wanneer we toekomen in de namiddag. De stad staat bekend voor saké brouwerijen, tempels en een aantal mooie handelaarshuizen. We bezoeken er eentje van en zien ons allebei wel wonen in zo'n ruime multifunctionele woonst met strak design en alweer een prachtig tuintje. Onze wandeling zet zich verder naar een meer noordelijk gelegen park, waar we naar goede Belgische gewoonte een terraske doen. Tegen het begin van de avond gaan we terug naar onze alweer geweldige ryokan (kamer met eigen tuintje!) waar ik nog even ga weken in de onsen vooraleer we ons avondmaal in de kamer geserveerd krijgen door, vermoed ik, de vrouw des huizes in traditionele yucata. Dit is overigens een typische gewoonte in ryokans in Japan om er te eten op de kamer, wel is het duurder dan als je buitenshuis eet. Alweer heerlijk gegeten: sashimi, groenten, saké, tempura, rundsvlees, vreemd uitziende paddenstoelen, miso soep, rijst natuurlijk en een dessertje (eindelijk wat fruit!). En ook thee natuurlijk. Op restaurant krijg je trouwens altijd een glas water en thee inbegrepen in de prijs.
dinsdag, mei 19, 2015
Japan: Kinosaki-onsen
zaterdag, mei 16, 2015
Japan: Kyoto
- We zien enorm veel dubbelgeplooide oude dames. We hebben geen idee hoe oud ze zijn (100??) maar osteoporose is hen hier precies ook niet vreemd. Of misschien is het van al dat buigen...
- ...want gebogen wordt er! Of het nu de dienster van het restaurant is die ons uitzwaait of de controleur op de trein die de wagon binnenkomt, beide gebeurtenissen gaan gepaard met één of meerdere buigingen.
- Overal zijn paraplus te verkrijgen, de Japanners zijn dus goed voorzien op plensbuien. Wij hebben tot nu toe zeer veel geluk net het weer
Japan: de toiletten
Toiletten in Japan
Een aparte rubriek over toiletten dringt zich op na de ervaringen van de afgelopen week. Een Japanse full option toilet kan er als volgt uitzien:
- aparte slippers
- Doekjes om de bril af te kuisen, met bijhorende dispenser met kuisproduct
- Verwarmde bril die bovendien omhoog gaat wanneer je de deur van het toilet opent.
- Kinderbril bovenop volwassen bril
- Sensor die geluid van lopend water of een muziekje in gang zet - je wil niet dat je buren je toiletgeluiden horen
- SOS knop - stel je voor dat je een hartaanval krijgt terwijl je jezelf aan het opluchten bent!
- Een hangstoeltje in de hoek om je kleine tot 3 jaar in te zetten
- knopjes met (meerdere!) opties om je edele delen te besproeien als je klaar bent
- Het doorspoelen kan gebeuren met sensor aan het toilet, aan de muur achter het toilet, een pedaal in de grond of gewoonweg met een hendel. Tegelijkertijd met het indrukken van de hendel kan je je handen wassen aan kraantje boven de spoelbak- zo is ineens de spoelbak opnieuw gevuld voor de volgende. Efficiënt he!
Dat is het zowat. Ah ja, toiletpapier ook natuurlijk ;-)
PS er zijn ook hurktoiletten
Japan: Tokyo
zondag, april 13, 2014
IJsland: dag 11-14, het westen
en wegenwerken met imposante werktuigen, dat laatste tot groot plezier van Manten. Als onuitputtelijke bron van moppen zorgt hij trouwens voor entertainment in de auto. We geraken net niet in het meest westelijke punt van IJsland, en dus ook Europa, omdat we op tijd moeten zijn voor de ferry die ons door de Breidalfjordur zal brengen tot Stykkisholmur. De tocht duurt 2,5u; met de auto zou het een rit van 4u geweest zijn. Voor de eerste keer hebben we eerder die dag geen logement vastgelegd via onze gids of de Booking app (heel goeie app trouwens!) dus we boeken een kamer in het eerste (en enige) hotel dat we tegenkomen en gaan nadien op zoek naar een bar want het is intussen al na 21u. Ze hebben geen cafécultuur in IJsland, we drinken dan maar iets in een restaurant.
Op vrijdag plannen we om nog eens een goeie wandeltocht te doen op het Snaefell schiereiland maar dat is buiten het weer gerekend. Guur, nat, koud en wind...veel wind!
Op een bepaald moment waait het zo hard dat ik gewoon mijn autodeur niet open krijg! Het schiereiland heeft ook een gletsjer (Snaefelljokull) met vulkanische activiteit, maar door de mist kunnen we de berg niet zien. Enkel de besneeuwde lavavelden herinneren ons aan de vulkaan vlakbij. Het landschap heeft bij momenten iets onwezenlijks: sneeuw en mist geven de indruk dat je weldra het einde van de wereld zal bereiken. Tal van mooie wandelpaden lopen langs de kliffen en stranden van het schiereiland maar wij zien nougabollen en komen kletsnat terug van elke poging tot een wandeling. Het fototoestel van Manten heeft er zelfs door de nattigheid - hopelijk tijdelijk!- de brui aan gegeven. We drogen nu even op in een koffiehuis annex visitor centre in Hellnar. We eindigen onze dag dan maar in een B&B in Borgarnes, waar we zelf ons potje koken en dineren met uitzicht over...een fjord. Het fototoestel van Manten brengt de nacht door in een pot rijst, dat absorberend zou werken, en werkt gelukkig terug tegen de ochtend.
Zaterdag is Golden Circle dag, dat ligt min of meer op onze terugweg naar Reykjavik. Dat is de toeristische attractie die hier wat uitgebuit wordt, vooral voor toeristen die maar een paar dagen in het land zijn. De cirkel omvat Tingvellir: een openluchtparlement dat reeds in de tijd van de vikings werd gebruikt; Geisir en de Gulfoss waterval. Het is nogal een aanpassing voor ons om tussen een bende toeristen te lopen; wat moet dat niet zijn tijdens de zomermaanden! Tingvellir is niet veel soeps, maar Geisir is toch wel indrukwekkend: verschillende geisers spuiten om de x minuten een krachtige hete waterstraal naar boven, waarna ze weer verder pruttelen/borrelen/sudderen (we vinden het juiste werkwoord niet) tot de volgende uitbarsting.
De temperatuur bedraagt 80 tot 100 graden! Volgende stop is Gulfoss: mooie trappenwaterval met een deftig aangelegd pad ernaartoe. Einde van de dag in Reykjavik, waar we onze spullen eerst in de B&B afzetten en vervolgens de auto droppen. We vinden nadien een supergezellig koffiehuis - daarvan hebben ze er wel veel in het land - met boeken en drinken thee terwijl we de kunstboeken doorbladeren. We eindigen de dag en dus ook onze reis met een heerlijke maaltijd en een paar digestiefkes. Zondag vliegen we terug richting België, in prachtig weer dat ons toelaat nog een laatste blik te werpen op het woeste ijsland.
dinsdag, april 08, 2014
IJsland: dag 8-10, het noorden
We rijden door naar onze volgende bestemming: de krachtigste waterval in Europa, de Detifoss! Een bende Japanners scheen hetzelfde idee te hebben - geen idee waar die ineens vandaan kwamen, ze kwamen daar ineens op de parking van de watervallen toe. Eerst een eindje door de sneeuw stappen naar Selfoss, het kleinere maar meer fotogenieke broertje van de Detifoss. Het is lastig stappen, de sneeuw is soms diep, maar het uitzicht is de moeite waard! We kunnen niet tot vlakbij de waterval komen, wat in de zomer wel zou kunnen. We gaan nog verder naar nog een derde noordelijker gelegen waterval over sneeuw een ruwe zwarte steen maar geraken niet tot daar.
Volgende stop: de streek rond Myvatn, aka het muggenmeer. Daar kijken we allebei erg naar uit omdat we daar enkele bijzondere natuurfenomenen zouden te zien krijgen volgens de gidsen: kokende modderpoelen en dampende naar zwavel riekende aarde. Onze curiositeit wordt beloond - de Japanners hebben we echter nog niet kunnen afschudden. De dampende heuvel is al van ver te zien aangezien de sneeuw er niet is op blijven liggen met die warmte.
Op maandag is het alweer zonnig en we ontbijten in de veranda van de guesthouse met een prachtig zicht op het Myvatn meer.
We eten er de plaatselijke specialiteit: gerookte beekridder (soort v forel) met het plaatselijk kruimelig brood. Eerste excursie is de wandeling van de dag ervoor opnieuw doen. Blijkbaar hadden we het verkeerde pad genomen - we hadden dat gemist door de mist. Opnieuw door de sneeuw maar deze keer zien we wel waar we coor gekomen zijn. Door de zwaveldampen vinden we een warme kleipoel en Manten waagt zich aan een plons -allez ja, pootjebaden- in het ondiepe warme melkwater. Volgende bestemming is Dimmuborgir met zijn grillige donkere rotsformaties die ook wel vergeleken worden met trollen. Het is voor ons slechts een tussenstop voor de beklimming van de Hverfjall krater. Dat kost toch wel enige moeite aangezien we voor de korte maar steile weg naar de rand van de krater kiezen. Hijgend en puffend kom ik boven en word er bijna weggeblazen door de krachtige wind maar het zicht op de krater en de omgeving is adembenemend! We gaan op t gemakske terug naar beneden - allez ja, met Manten voorop is het nooit op t gemakske - door de sneeuw en ik laat me gewoon praktisch en ietwat onelegant naaf beneden glijden op mijn derrière. Aangezien we toch al moegestapt zijn maar het slechts namiddag is, halen we ons leesboek en nestelen we ons in het zonnetje met zicht op meer in een plaatselijk café-restaurant. Zalig! De chef van het restaurant blijkt een seizoensarbeider uit Bretagne te zijn en geeft ons nog een aantal tips voor de reis (met name: zeker de westfjorden doen!). Hij maakt ons vervolgens een overheerlijk stuk lamsvlees met lekker veel lookboter dat we doorspoelen met veel te dure wijn. Maar het heeft onwelvoeglijk goed gesmaakt! Nadien gauw nog de zonsondergang checken en dan terug naar het café voor een dessertje. Zeer geslaagde dag!
Dinsdag weer zon en de trip gaat verder naar Akureyri, de 2de grootste stad na Reykjavik. We wandelen er wat rond en gaan vervolgens richting skistation waar we de rest van de namiddag al skiënd doorbrengen. De sneeuw ligt er enorm goed bij en de zestal pistes die we uitproberen zijn perfect. Met een ietwat zongebrand gezicht rijden we naar de eerste de beste tent waar we uitgehongerd een hamburger eten (ook een plaatselijke specialiteit) en vervolgens naar onze bijzonder sfeervol ingerichte guesthouse even buiten de stad. Er is een hot tub in de tuin met zicht op de fjord en ik blijf er een uurtje in weken, met een boekske. ZALIG!
Woensdag is museumdag, ondanks het mooie weer (allicht de laatste dag deze week). We bezoeken het imposante luchtvaartmuseum in Akureyri en rijden nadien verder noordwaarts, op de muziek van Jacques Brel nog wel, langs een zonovergoten baan met ditto bergen aan onze rechterkant. Eindhalte voor de middag is Siglufjordur. We lunchen aan het water, maken onszelf de bedenking dat we allicht nog nooit zo noordelijk geweest zijn en dat zonder jas aan! Volgende museum is het haringmuseum dat de hele historiek van de haringvangst vertelt, van 1911 tot eind de jaren '60. Haringvangst was in de periode de belangrijkste industrie, niet alleen voor de consumptie vd visjes zelf, maar ook voor de olie en de meel ervan. Enkele tienduizend tonnen per jaar werden in het begin van de 20ste eeuw gevangen. De tocht gaat verder rond het schiereiland en vervolgens het volgende schiereiland (veel uren in de auto vandaag). We eindigen de dag vrij laat op een verlaten stuk waar we zeehonden zouden moeten bespeuren, maar die zijn precies al gaan slapen. We zien daarentegen heel veel paarden, nog meer dan anders. De landschappen zijn alweer adembenemend met de afwisseling van zon, wolken, regenbuien en regenbogen. We stoppen quasi om elke bocht om een foto te nemen. We eindigen de dag in het westen en laatste stuk van onze reis.
zaterdag, april 05, 2014
IJsland! Dag 1-7: het zuiden en het oosten
Het pad leidt verder naar de indrukwekkender Hengifoss maar ik moet verstek geven voor dat stuk wandeling wegens verrokken spier. Mijn reisgenoot, Manten, is dus alleen verder gegaan en zorgt voor foto's. Maar eerst... back to the start!
We zijn nu al onder de indruk van het landschap. Het stadje - want het is er wel klein, ook al is het de hoofdstad - bestaat uit gekleurde huizen. Het ene al wat deftiger/meer vervallen uitziend dan het andere, ook al zijn er IJslanders die beweren dat er geen armen of rijken zijn in het land. In het restaurant bestel ik de perfecte link tussen IJsland en Ganshoren: paardensteak! De kleine paardjes zijn namelijk typisch voor het land en paardensteak is typisch voor den beenhouwer achter mijnen hoek thuis. Ganshoren wint.
We kopen een paar kaarten: van het hele land, van de streek rond Landmannalaugar en van de streek rond Myvatn.
Op dinsdag gaan we de auto halen: een Suzuki Grand Vitara - in een land met veel gravelwegen gaan we niet te ecologisch doen wat de auto betreft. De autoverhuurder kijkt bedenkelijk wanneer we zeggen dat we heel de ringweg willen doen - die gaat heel het land rond - en verwittigt ons voor sneeuw in het noorden. We slaan proviand in bij de goedkope Bonus market, rijden wat verkeerd, halen onze bagage op en zijn dan eindelijk de piste in!
Al snel laten we de bewoonde wereld achter ons en komen we terecht in een wijds landschap van heuvels met gras dat nog niet lang genoeg zon heeft gezien om al groen te zijn, bergen met sneeuw en water, veel water. We wilden graag een grote wandeling maken van Landmannalaugar tot Torsmork maar de hutten onderweg blijken nog niet open, ook al is de sneeuw in de lager gelegen gebieden al gesmolten. We proberen dan maar Torsmork te benaderen met het idee om van daar naar Skogar te wandelen maar ook dat blijkt niet mogelijk. Dan maar naar Skogar en van daar een dagje trekken. We bezoeken onderweg onze eerste grote waterval, Seljalandsfoss, maar hebben er al heel wat kleintjes gezien onderweg. Watervallen met hopen hier in Ijsland, en veux-tu en voilà! In Skogar city - er wonen welgeteld 30 mensen - vinden we een guesthouse. Met een walm van alcohol en hartelijkheid worden we er verwelkomd door Sigga, journaliste en trotter op rust en gastvrouw des huizes. We mogen gebruik maken van haar keuken, wasmachine en jacuzzi...heel tof om in zo'n huiselijke sfeer terecht te komen! Manten maakt spaghetti en trakteert ons nadien op een trombone concertje. Sigga is verzot op het nummer Fly me to the moon en tegen dat Manten klaar is met haar verzoeknummer, is ze dan ook helemaal over the moon.
Skogar ligt vlakbij de Eyjafjallajokull en heeft veel geleden onder de uitbarsting ervan in 2010. Sigga vertelt dat alles zwart zag en dat ze nu nog steeds as binnen krijgt wanneer de wind niet mee zit. De noordelijker gelegen Hekla zou ook elk moment kunnen uitbarsten maar dat schijnt meer een lava- dan een asvulkaan te zijn. Sigga zegt dat er nu een vernuftig systeem bestaat waarbij men mensen die ter plekke zijn onmiddellijk kan waarschuwen per gsm wanneer er een uitbarsting dreigt aan te komen. Ze vertelt ook over de bankencrisis en hoe ook zij heel wat geld verloren is. De verantwoordelijken zitten in de cel en worden uitgespuwd door de bevolking. Daar kan men in België nog iets van leren!
Woensdagochtend vertrekken we vroeg te voet richting noorden, met de bedoeling tussen de Eyjafjallajokull en Myrdasjokull te geraken en terug, in totaal een 30km.
We rijden door naar een guesthouse in Hali, dat in het teken staat van een bekende Ijslandse schrijver. Onderweg stoppen we nog langs Dyrholaey aan zee. Het zwarte strand en ditto rotsen, de woeste zee en de donkere wolken zorgen voor een dreigend landschap. De Trotter raadt ons een omwegje langs een gehucht aan - alsof er hier iets anders is dan gehuchten - met een mooi kerkje.
Inderdaad, schattig kerkske, maar zoals Manten opmerkte: ze zijn hun kerken hier precies in de Ikea gaan halen want 't zijn allemaal dezelfde: wit met een rood dak erop. Onze route gaat verder langs de Vatnajokull, de grootste gletsjer van Europa met een opp van 8400km2! We rijden langs uitlopers van gletsjers die er in de schemer ook al indrukwekkend uitzien.
De ruimte in de auto werd trouwens als volgt georganiseerd: de achterbank is Manten zijn kleerkast, de koffer die van mij. In de namiddag volgt nog een wandeling, Manten gaat zelfs tot vlak bij de gletsjer. Logement is in een typisch Ijslandse hut in the middle of nowhere ofte Stafafel.