De laatste dagen hadden we geen tijd meer om op internet te gaan, dus geef ik maar thuis verslag van de laatste 4 dagen.
Zaterdagochtend kwamen we dus aan in Luang Prabang in Laos waar we het immense geluk hadden om het fenomeen 'boudhistisch nieuwjaar' te kunnen meevieren. Luan Prabang is de stad waar nieuwjaar het meest uitbundig gevierd wordt. Zelfs vanuit Thailand komen mensen naar de stad in Laos. Het ritueel bestaat eruit mensen te besprenkelen of effenaf kleddernat te maken met water. Daarnaast wordt ook met bloem gegooid of worden de mensen ingesmeerd met kleurstof (ook in het zwart, en dat wordt dan gemaakt van roet dat overblijft in de kookpannen...:s). Langs de baan stonden dus massa's mensen klaar met emmers (ook westerlingen trouwens). Er reden ook pick ups rond volgeladen met water (en bier --> deed ons natuurlijk denken aan St V :))
We hadden ook het geluk om een optocht te kunnen bijwonen ter gelegenheid van het nieuwe jaar. Daarin liepen monniken, minderheden in traditionele kledij en dorpelingen. Er werd gezongen en met water gegooid. Zelfs de president was naar de optocht komen kijken (we logeerden trouwens in hetzelfde hotel dat een voormalige woning van de koning was, dus we hebben de president zelfs van dichtbij gezien).
Uiteraard deden we ook wel andere dingen dan fuiven in Luang Prabang ;) De stad staat eigenlijk bekend voor haar vele 'Wat's', namelijk tempels, dus daarvan hebben we er ook een aantal bezocht. Opvallend is dat de stijl van de tempels heel anders is dan die in Vietnam. Mooier eigenlijk. De daken zijn vooral heel typisch, en gelijken naar het schijnt op die van Thailand. De Laotionan lopen trouwens niet warm van de Thai, aangezien ze in de 19de eeuw door de voormalige Siamezen werden aangevallen en beroofd van vele kunstwerken. Die hebben ze trouwens nog steed niet teruggekregen.
Vooraleer we naar de stoet gingen kijken, hebben we in de voormiddag nog een boottocht gedaan op de majestueuze Mekong, bron van o.a. de rijstteelt. We bezochten onderweg een grot waarin honderden boudha's stonden (en waar we weer mottig werden van de wierrookwalmen!). Op de middag aten we ergens aan de oever in een eetgelegenheid waar Fre bijna een hartaanval kreeg toen hij de 'keuken' zag. Ik bespaar jullie de details maar die middag at Fre gewoon wat brood met confituur en ik heb mij beperkt tot rijst en fruit. 't Is een wonder dat we niet meer last hadden van onze darmen...
Na de tocht op de Mekong en het bijwonen van de processie konden we een heuvel in de stad beklimmen, van waar we vanaf de Phou Si berg (jaja, ze hebben daar wel grappige namen) een prachtig panorama hadden. Een perfecte zonsondergang was er weliswaar niet.
Op zondag bezochten we een minderhedendorpje dat wat meer in de bergen gelegen was. Lang Prabang heeft trouwens een frisser klimaat ('t was maar 30°) door de bergen. Oorspronkelijk droegen de minderheden typische kledij maar daar blijft intussen niet veel van over. Ze leven in primitieve omstandigheden en er lopen ontzettend veel kindjes rond (volgens onze gids wegens het gebrek aan elektriciteit).
We bezochten nadien de Kuang Si watervallen in de buurt, waar ook de Laotionan wat vrije tijd doorbrachten en feestten. We aten er onze picknick bij koele temperaturen (26°).
In de avond namen we opnieuw het vliegtuig, deze keer wel met vertraging, naar Vientianne, onze laatste bezoekplaats.
Voor een hoofdstad is Vientianne een ongelooflijke kalme stad, maar dinsdagochtend was extra kalm omdat iedereen zijn roes aan het uislapen was van het feest de avond voordien. De etensresten en plasticzakken op de straat waren daar het bewijs van (Laotionan hebben het concept vuilbak nog niet echt door). We bezochten de tempel Wat Si Saket, de enige tempel in de stad die de Siamezen heel lieten. In de binnenmuren zijn er een paar duizend nissen met boudha's en nog eens een hondertal zittende en rechtopstaande beelden van boudha.
Nadien bezochten we de enorme That Luang, een enorme vergulden tempel waar naar het schijnt een haar van boudha zou bewaard worden.
Ons allerlaatste bezoekje deed ons geweldig denken aan de Arc de Triomphe in Parijs: een triomfboog, gebouwd door een Fransman. In een temperatuur van 42° zag slechts 1 groeplid het zitten om de trappen in de triomfboog te beklimmen, de rest bleef beneden in de schaduw.
Nadat we in het hotel nog een snelle douche namen, trokken we naar de luchthaven voor onze vlucht naar Hanoi om daar nog een viertal uren te wachten op onze vlucht naar huis.
Het was een prachtige, memorabele reis die we iedereen kunnen aanbevelen. Naar Laos wil ik zeker ook eens terug, omdat we slechts een fractie gezien hebben van het cultureel erfgoed en omdat de mensen er ontzettend vriendelijk zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten