Maar bon, we geraakten er toch en na een vrij korte nacht -we waren klaarwakker rond 5u30- ontwaakten we op de 18de verdieping van het hotel en konden we al meteen kijken naar de zonsopgang over San Francisco.


De kaartjesknipper van de cable car raadde ons aan om te gaan ontbijten in de Buena Vista, aan de eindhalte Hyde. Zo gezegd, zo gedaan, maar achteraf gezien bleek het wel 1 van de minste ontbijten te zijn (en wel het duurste!)
Nadien genoten we volop van het zonnetje aan Fisherman's Wharf. We konden van ver de Golden Gate (foto) en de gevangenis Alcatraz (foto) goed zien.


Dit was wel geluk hebben, want meestal is de stad gehuld in de mist, maar van september tot november dus niet. We wandelden tot Pier 39, waar we in de verte de zeehonden zagen die we al vanaf honderden meters voordien konden horen. Tijdens onze wandeling kregen we de indruk dat Amerika opnieuw door de Europeanen ontdekt werd: we hoorden niet anders dan Duits, Frans en Spaans rondom ons praten! We namen nadien de bus door Chinatown en stapten af aan Union Square.
We konden jammergenoeg maar blijven tot de middag, want onze roadbook gaf aan dat het natuurpark Yosemite, op bijna 200 mijl (dikke 300km) van San Francisco, ook een bezoekje waard was. Mijn reisgenoten hadden het schijnbaar heel moeilijk met de naam van dit park. Voortdurend spraken ze het uit als Josemiet, Josemaait, Djosemaait....dus voor eens en altijd: het wordt uitgesproken als Djosemitie!! Met de nadruk op de eerste E.
Hier hebben we ons een beetje misrekend in de reistijd, want we kwamen er vrij laat toe. Nu ja, we moesten natuurlijk wennen aan de wagen (cruise control bleek wel heel nuttig in de US), de GPS, de wegaanduidingen, enz. De snelheidsbeperkingen vielen al bij al nog mee: op de freeway mag je er toch 70 of 75 mph rijden, op de highway mag je 65 mph rijden en op de secundaire wegen is het meestal 55 mph. Onderweg stopten we ook regelmatig voor een fotootje natuurlijk.

Aan de ingang van het natuurpark Yosemite kochten we een Annual Pass van 80 dollar, waarmee we in alle andere nationale natuurparken konden met de auto, en dat voor de rest van 't jaar. Eens binnen, zetten we de wagen op een parking en volgden we de eerste de beste trail die ons naar een watervalletje bracht. Hiervoor moesten wel wat rotsen beklommen worden, wat handiger bleek te zijn op blote voeten dan op mijn makkelijke reissloffen (mijn geweldig elegante en zeer handigeTeva sandalen lagen nog in mijn valies).

Na dit bezoek trokken we naar onze lodge, een soort van motel complex met 1 verdieping. Aangezien het nogal afgelegen lag, waren we genoodzaakt om er te blijven eten 's avonds en het eten daar gaf niet bepaald een goede eerste indruk :s Vettig, niet eens lekker en niet mooi afgewerkt (het bord was en rommeltje). Mijn reisgenoten spoelden het door met een Budweiser, ik hield het bij het grote glas kraantjeswater en ijsblokjes dat bij elke maaltijd wordt gegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten