zaterdag, september 27, 2008

Komiek Calico en decadent Vegas

Onze volgende dag begon uiteraard weer met een uitgebreid ontbijt, alhoewel ik het deze keer bij een grote ontbijtkoek hield. In het stadje Visalia hadden we wel keuze genoeg voor ontbijtgelegenheden.
Vandaag stond bijna 600 km op het programma dus we zouden veel in de auto zitten. Maar de eindbestemming maakte ons wel razend benieuwd: Las Vegas!

Het speciale was ook dat we die dag van staat zouden veranderen: van California naar Nevada. Onderweg zouden we wel eens stoppen langs Calico Ghost Town, een voormalig zilvermijnstadje.

Aan het eind van de 19de eeuw leefden hier een 1200-tal mensen die op zoek waren naar zilver en goud.
Het woestijnklimaat liet zich al voelen met temperaturen rond de 35° en ik had het er nogal lastig mee (mede door de verkoudheid die ik had opgelopen door airco, gebrek aan slaap voor vertrek, enz). Water drinken was dus de boodschap! Het was wel eens leuk om te zien aan de buitenkant hoe zo'n stadje er toen uitzag, maar binnenin de huizen waren enkel winkels en cafĂ©'s.
We waanden ons even in Utah, bij onderstaande opschriften aan de plaatselijke saloon...

Bij onze tankbeurt onderweg stopten we in Baker langs 's werelds grootste thermometer. Deze werd gebouwd naar aanleiding van de recordtemperatuur van 57° (of 134° Fahrenheit) die in het nabijgelegen Death Valley werd opgemeten in 1913. De thermometer kan gaan tot 134° F.
Het binnenrijden van de staat Nevada gaat zeker niet onopgemerkt voorbij. Meteen zie je langs de weg een aantal casino's die opvallen in hun grootsheid en met hun ovderdadige verlichting. Je kan er m.a.w. al een glimp opvangen van hoe het in Vegas zal zijn...Bij het naderen van Vegas merkten we dat het er nog maar net had geregend (nogal zeldzaam dus), getuige onder andere de donkere wolken die speelden met de ondergaande zon.


Voor de eerste keer binnenrijden in Las Vegas op de avond is zeker geen sinecure. Tussen al het geglitter van de casinohotels, zie je nog met moeite de verkeerslichten en de overdaad aan visuele prikkels maken het moeilijk om op het verkeer te focussen.
Maar we waren toch veilig in ons hotel beland. Een shuttle die stopte aan een aantal hotels, bracht ons naar de beroemde, 6 kilometer lange strip. Onze Trotter raadde aan om te gaan eten in hotel Luxor, waar je voor weinig geld lekker kon eten van het buffet. In Las Vegas is alles trouwens goedkoop: logies, eten en zelfs tanken is er goedkoper dan ergens anders. Reden: je moet zoveel mogelijk geld overhouden om te kunnen vergokken!
Onze tocht te voet langs de strip richting Luxor duurde toch wel 45 minuten (we hadden ons wat mispakt aan de afstand). Ik had grote honger en we mochten alweer niet te laat aan het buffet aankomen want ook in Las Vegas sluiten de restaurants om 22u. Het eten de Luxor was inderdaad het lekkerste tot dan toe!
Op de weg terug konden we wel wat meer foto's nemen en toch ook de gebouwen bewonderen die nagemaakt waren naar het evenbeeld van het vrijheidsbeeld in NY, de Egyptscihe pyramides, de Eiffeltoren, de Arc de Triomphe en de opera van Parijs, enz. Langs de baan kwamen we af en toe ook een koppel trouwers tegen...


We probeerden op tijd aan hotel Belaggio te geraken, omdat daar een spectakel met fonteinen te zien was (zoals op de einde van de film Ocean's 11 waarin ze trouwens de Belaggio leegroven) en het laatste spectakel was niet lang voor middernacht (en het was al bijna zo laat).

Hoewel Vegas natuurlijk de stad bij uitstek is om een nachtje door te zakken, zijn we toch terug naar het hotel gegaan want we waren uitgeput. De stad op zich is trouwens al vermoeiend genoeg in haar decadentie.

Geen opmerkingen: